In de Keizercompetitie wordt slechts één ronde per avond gepeeld. Elke speler krijgt hiervoor één uur en 15 minuten plus een increment van 30 seconden per zet, dit volgens het Fischer-tempo, naar voormalig wereldkampioen Bobby Fischer. Op deze manier heeft een speler, na het doen van een zet, altijd nog wat tijd over, de zogenaamde increment. De bedoeling is dat zo minder partijen worden beslist door tijdoverschrijding of door een blunder in tijdnood. Aangezien de tegenstander dezelfde bedenktijd krijgt, duurt een partij meestal een hele avond.
De Keizercompetitie wordt tijdens een seizoen tweemaal gespeeld: de eerste in het najaar en de tweede in het voorjaar. Iedereen kan meedoen aan de eerste Keizercompetitie. De beste spelers plaatsen zich voor de play-offs voor het clubkampioenschap. De minder goede spelers gaan niet door naar de play-offs maar spelen in plaats daarvan de tweede Keizercompetitie.